|

Tekst op taalniveau B1: dit zijn de 3 valkuilen

Hoe simpeler een tekst, hoe begrijpelijker en dus beter. Toch? Nou, niet helemaal. Als je een B1-tekst schrijft, zijn er wat valkuilen waar je met een rotvaart in kan kukelen. Dit zijn de 3 valkuilen van een tekst op taalniveau B1.

1. Je tekst verliest belangrijke informatie

In Nederland hebben we zes verschillende taalniveaus. Taalniveau B1, het niveau dat de meeste Nederlanders begrijpen, staat vooral voor makkelijk taalgebruik en korte, duidelijke zinnen. Maar dat het simpel en kort moet, betekent niet dat je alles eruit moet gooien. Kijk uit dat je in een tekst op taalniveau B1 niet de belangrijkste woorden of uitleg weglaat.

Ook moeilijke informatie moet vermeld worden, als dit is wat je lezers moéten weten. Het is alleen de kunst om een vertaalslag te maken wanneer je een tekst op taalniveau B1 schrijft. Zoek makkelijkere woorden die (bijna) hetzelfde betekenen. Synoniemen dus. Of leg het moeilijke, maar onmisbare woord uit. Geef voorbeelden, zodat het duidelijk wordt wat je bedoelt.

2. Synoniemen kloppen niet

Heb je in plaats van een uitleg gekozen voor een synoniem? Let dan goed op dat de synoniemen ook echt hetzelfde betekenen. Dat is de uitdaging bij het schrijven van een tekst op taalniveau B1: dat je als schrijver precies hetzelfde verhaal weet over te brengen, of je nou op B1, B2 of C1 schrijft. Alleen dan steeds iets anders. 

3. De lezer voelt zich niet serieus genomen

Als ik tegen jou ga praten alsof je zes bent, zeg jij waarschijnlijk: “Joe, doe even normaal! Ik ben geen kind meer.” Dat denkt je lezer ook bij een té simpele tekst. Schrijf eenvoudig, maar wél alsof je tegen een volwassene praat. Neem de lezer serieus. Bepaal wie je doorsnee klant is (dit wordt ook wel een persona genoemd) en hou hem of haar in gedachten tijdens het schrijven. Lees hoe je voorkomt dat je in Jip-en-Janneke-taal schrijft.

Welk taalniveau voor jouw teksten?

Hoewel de meeste Nederlanders taalniveau B1 begrijpen, is dat natuurlijk niet het enige taalniveau waarop je kunt schrijven. Daarom leg ik je graag meer uit over de verschillende taalniveaus, A1 t/m C2, en wat ze betekenen. Zo bepaal je welk niveau het beste bij jouw teksten past.

Je kunt dus zelf een taalniveau kiezen, maar ik raad aan om zoveel mogelijk op taalniveau B1 te schrijven. Dit niveau hoort bij begrijpelijke taal. En de meeste Nederlanders begrijpen B1. Vooral als je schrijft voor een breed publiek, is dit een goed idee. Bijvoorbeeld als je werkt bij de overheid en schrijft voor inwoners.

Wil jij verbinding maken met je publiek via begrijpelijke taal?

Toegankelijke teksten maken het verschil voor jouw organisatie.  Met mijn 1-op-1-coaching Vet Begrijpelijk Schrijven zorg ik ervoor dat jij verbinding krijgt met je publiek via begrijpelijke taal. Daardoor bereik je eindelijk het doel van je teksten.