Laaggeletterdheid | Zo schrijf je teksten voor laaggeletterden

Wist je dat 2,5 miljoen Nederlanders laaggeletterd zijn? Zij hebben veel moeite met schrijven en lezen. Dat maakt het lastig om mee te doen in de maatschappij. Hoe schrijf je voor mensen met laaggeletterdheid?

Toen ik voor het eerst las dat miljoenen Nederlanders moeite hebben met lezen en schrijven, schrok ik. Zo veel? En dat terwijl veel teksten van bijvoorbeeld gemeenten en zorgorganisaties nog zo ingewikkeld zijn. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor laaggeletterdheid. De Rijksoverheid investeert veel in de aanpak ervan, bijvoorbeeld met het actieprogramma Tel mee met Taal.

Wat is laaggeletterdheid?

Maar voordat we verder gaan met schrijftips: wat is laaggeletterdheid precies? Zoals je las hebben laaggeletterden veel moeite met schrijven, lezen, rekenen en het gebruiken van een smartphone of computer. Dat heeft grote nadelen: de kans is bijvoorbeeld groot dat je geen baan vindt. Communiceren is lastig, want formulieren invullen of dingen opzoeken op de computer gaat bijna niet. Daarnaast kunnen je kinderen een taalachterstand krijgen. En ga zo maar door. Laaggeletterdheid zorgt ervoor dat je moeilijk mee kan doen in de maatschappij. 

Niet schrijven op B1

Logisch dus, dat de brieven, folders of andere teksten voor laaggeletterden eenvoudig moeten zijn. Maar er is wel een verschil met taalniveau B1, het eenvoudige niveau dat de meeste Nederlanders begrijpen. Voor laaggeletterden is B1 te moeilijk: schrijf daarom op taalniveau A2. Wat taalniveaus precies betekenen (+ voorbeelden) lees je hier.

Tips: schrijven voor laaggeletterden

Schrijven voor laaggeletterden is een vak apart: er is veel waar je rekening mee moet houden. Daarom hieronder de belangrijkste tips. Wil je meer weten? Of ben je benieuwd welke aanpak het beste past bij jouw doelgroep? Plan dan een gratis Vet Simpel gesprek

Daar gaat ‘ie:

  • Schrijf niet voor jezelf, maar voor je lezer. Bedenk: wat heeft de lezer aan mijn tekst? Wat verwacht ik van hem? 
  • Schrijf niet kinderachtig. Je schrijft voor volwassenen, dus gebruik geen kinderachtige toon (denk aan verkleinwoorden) of kinderachtige woorden
  • Schrijf duidelijk en actief
  • Schrijf korte zinnen van maximaal 10 woorden
  • Gebruik een duidelijke tekststructuur (bijvoorbeeld met tussenkopjes)
  • Overspoel de lezer niet met informatie. Kies voor één hoofdzaak en een paar bijzaken. Schrijf alleen wat echt belangrijk is voor de lezer om te weten
  • Schrijf de zinnen onder elkaar. Zo worden het geen lappen tekst
  • Gebruik geen vaktaal
  • Gebruik een lettertype zonder schreef
  • Gebruik geen moeilijke woorden en ouderwetse woorden
  • Schrijf getallen in cijfers.
Altijd rekening houden met laaggeletterdheid?

Misschien schrijf je voor een breed publiek en vraag je je nu af: moet ik dan altijd op taalniveau A2 schrijven? Zodat ook de laaggeletterden in mijn publiek me begrijpen? Antwoord: nee. Als je laaggeletterden echt wil bereiken, kun je het best aparte teksten voor ze schrijven. Niet voor niets zijn er zoveel aparte taalprogramma’s, speciaal gericht op laaggeletterden. Zij hebben hun eigen teksten nodig, speciaal voor hun geschreven. 

Met aparte teksten voorkom je daarnaast dat de teksten voor de rest van je lezers té eenvoudig zijn. Voor de rest van je lezers schrijf je ‘gewoon’ in begrijpelijke taal. Wil je deze twee stijlen goed scheiden? Dan helpt het om een schrijfwijzer te maken (of twee).

Wil jij verbinding maken met je publiek via begrijpelijke taal?

Toegankelijke teksten maken het verschil voor jouw organisatie.  Met mijn 1-op-1-coaching Vet Begrijpelijk Schrijven zorg ik ervoor dat jij verbinding krijgt met je publiek via begrijpelijke taal. Daardoor bereik je eindelijk het doel van je teksten.