Begrijpelijke taal wordt steeds belangrijker. Taalniveau B1 past daarbij: de regels voor begrijpelijke taal lijken op die van een B1-tekst. In beide gevallen draait het om eenvoudige taal.
Okee, B1 is dus prettig om te lezen. Maar hoe schrijf je dan zo’n tekst? Hieronder vind je de kenmerken van taalniveau B1 zoals Rijksoverheid die heeft bepaald:
Met deze kenmerken kom je al een heel eind. Maar ik voeg graag nog wat dingen aan het lijstje toe. Als je dit ook nog eens met je tekst doet, is ‘ie heerlijk helder:
Is een tekst alleen goed als je hem op taalniveau B1 schrijft? Nee hoor. Hoewel ik natuurlijk een voorkeur heb voor taalniveau B1, is eenvoudig schrijven niet voor alle organisaties even belangrijk. Maar heb je een breed publiek? Dan is het wél belangrijk. Noodzakelijk zelfs. Je werkt dan bijvoorbeeld voor een gemeente, woningbouwvereniging, zorgorganisatie of (semi)overheid. Jij schrijft voor allerlei soorten mensen. Dan kun je het maar beter begrijpelijk houden.
Niet helemaal.
Een tekst met taalniveau B1 is altijd een begrijpelijke tekst. Maar een begrijpelijke tekst heeft niet áltijd taalniveau B1. Een B2-tekst kan alsnog begrijpelijk zijn, ook al is ‘ie wat moeilijker. Met iets moeilijkere woorden en iets langere zinnen. Maar hoe hoger het taalniveau, hoe minder begrijpelijk de tekst wordt. Taalniveaus C1 en C2 zou ik dus niet meer begrijpelijk noemen.
Dat je met taalniveau B1 simpel moet schrijven is je inmiddels wel duidelijk. Maar het is belangrijk om niet door te slaan in die eenvoud. Kijk uit dat je niet dit doet (en klik op de links voor handige tips):
Toegankelijke teksten maken het verschil voor jouw organisatie. Met mijn training Begrijpelijk Schrijven zorg ik ervoor dat jij en je collega’s verbinding krijgen met jullie doelgroep, simpelweg via begrijpelijke taal. Daardoor bereik je eindelijk het doel van je teksten.